Piet Giesberts

Biografie van Piet Giesberts

Piet Giesberts

Peter Hubert (“Piet”) Giesberts werd geboren op 21 juni 1891 te Maasbree en overleed 26 oktober 1970 te Geleen. Hij was vader van acht kinderen, vijf meisjes en drie jongens. In 1940 verloor hij zijn eerste vrouw, de moeder van zijn acht kinderen.

Hij was als dienstdoende opzichter ondergronds gedurende 40 jaren in dienst van de Staatsmijnen (Staatsmijn Maurits).

Na zijn tweede huwelijk, met mevrouw Lens, die uit Antwerpen afkomstig was, verhuisde hij naar die stad. Spoedig keerde hij terug naar Geleen, waar hij opnieuw grote activiteiten ontplooide. Zo was hij oprichter van de drumband Kluis, mede oprichter, eerste president en voorzitter van de vastelaovesvereniging De Sjoutvotte.

In zijn laatste levensjaren verbleef hij in het bejaardencentrum de Bunderhof te Geleen, waar hij ongekende en onnavolgbare activiteiten ontplooide ten behoeve van de recreatie der bejaarden in dat tehuis.

Een belangrijk deel zowel van de werkdrift als van de genegenheid van Piet Giesberts was gericht op zijn carnavalsvereniging De Sjoutvotte.

Piet Giesberts had in de wereld van de Limburgse vastelaovend werkelijk grootheid.

De indruk die Piet Giesberts in de wereld van de vastelaovend maakte was afkomstig van zijn gehele persoon: zijn uiterlijk, zijn stem, zijn ideeën, zijn toespraken en zijn manier van optreden. Het is daarom van minder belang te analyseren op welke zaken bij Piet Giesberts de nadruk viel, niettemin komen enkele facetten duidelijk naar voren:

Piet Giesberts had een uitgesproken behoefte aan ordening en stijlPiet Giesberts was uitermate gehecht aan het muzikale element van CarnavalDe eigenschap van Piet Giesberts welke ongetwijfeld het meest sympathie opwekte was zijn gemoedelijkheid.

Piet Giesberts is wel genoemd “De Churchill” van Geleen-Zuid. Op het zoveel kleinere platform dan het wereld toneel waarop Churchill werkte, had Piet Giesberts eenzelfde betekenis: hij was werkzaam in de beperkte ruimte van een stadswijk maar hij was een man die talloze wist te bezielen, die op de plaats waar hij stond op navolgbare wijze zichzelf was en een taak vervulde.

Zij die in zijn geest werkzaam zijn en uitgekozen werden de naar hem genoemde medaille te dragen, zijn erfgenamen van een carnavalistische geest die hopelijk tot in lengte van dagen aan ons Limburg verbonden zal blijven.